Willemstad - Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op vrijdag 11 maart 2016 uitspraak gedaan in de zogenoemde Babel-zaak. De twee verdachten G.F.S. en C. v/d D. zijn voor valsheid in geschrift, witwassen en het voorhanden hebben van frequency jammers - conform de eis van het openbaar ministerie - veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk drie jaar en achttien maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk. S. is tevens veroordeeld wegens ambtelijke omkoping en de valse aangifte van het verlies van zijn diplomatieke paspoort. Behalve de genoemde gevangenisstraf is S. als bijkomende straf ontzet uit het recht om te worden verkozen bij verkiezingen voor de duur van vijf jaar.
Het Gerecht acht bewezen dat S. zich als ambtenaar heeft laten omkopen door de bevriende zakenman C. Onvermijdelijk dreigt daardoor, al dan niet op termijn, een voorkeursbehandeling van de schenker door de ambtenaar. S. heeft zijn plicht als ambtenaar verzaakt: integer en neutraal zijn. De voorkeursbehandeling heeft in dit geval ook daadwerkelijk plaatsgevonden op verschillende wijzen, concludeert het Gerecht. Zo heeft S., terwijl hij minister-president van het land Curaçao was, contact opgenomen met de Italiaanse en Amerikaanse autoriteiten om informatie te krijgen over de antecedenten van C. en hem aan te bevelen respectievelijk een visum voor hem te verkrijgen. Hij heeft zich ook ingespannen om C. en een van zijn medewerkers aan te stellen in een prestigieuze en belangrijke functie. Voor een goed functioneren van een democratische samenleving is het van belang dat burgers vertrouwen hebben in het openbaar bestuur en de objectiviteit van overheidsbeslissingen. Door zijn handelen heeft S. het vertrouwen dat burgers moeten kunnen hebben in een integere overheid volgens de rechter ernstig geschaad. Dit geldt temeer nu van S., die na het aannemen van de giften de eerste minister-president van het land Curaçao was geworden, een voorbeeldfunctie uitging. Hij heeft echter zijn eigen persoonlijke belangen zwaarder laten wegen dan de belangen van de bevolking van Curaçao en de reputatie van het land in het buitenland. Het Gerecht rekent hem dit alles zeer zwaar aan. Gezien het totale gebrek aan inzicht in het laakbare van zijn handelen acht het Gerecht - net als het openbaar ministerie - de bijkomende straf van ontzetting uit het recht om als politicus de komende vijf jaar te worden verkozen, te meer passend en geboden.
Ook acht het Gerecht bewezen dat S. en v/d D. valse facturen opmaakten op naam van het bedrijf van laatstgenoemde. Dat is valsheid in geschrift. Op basis van de valse facturen zijn betalingen verricht die via verschillende omwegen gedeeltelijk aan beiden persoonlijk ten goede zijn gekomen. Door gebruik te maken van verschillende (buitenlandse) vennootschappen, bankrekeningen en bankcheques en door de herkomst van de betalingen te verhullen, hebben S. en v/d D. zich schuldig gemaakt aan (het medeplegen van) witwassen. Verder werden in hun woning frequency jammers aangetroffen terwijl zij hiervoor geen machtiging hadden. Het betreft apparatuur waarmee het mobiele telefoon verkeer kan worden verstoord. Dat kan voor levensgevaarlijke situaties zorgen, omdat in dat geval ook hulpverleningsdiensten in de directe omgeving niet meer bereikbaar zijn, oordeelt het Gerecht. Naar het oordeel van het Gerecht zijn S. en v/d D. aan te merken als gelijkwaardige medeplegers van de valsheid in geschrift, het witwassen en het voorhanden en aanwezig hebben van de frequency jammers.
Tot slot is bewezen verklaard dat S. een valse kennisgeving verlies reisdocument heeft gedaan, het betrof zijn diplomatieke paspoort, en gebruik heeft gemaakt van dat valse geschrift. Ook dit geeft volgens de rechter blijk van het feit dat S. zijn eigen belangen voorop stelt en er daarbij niet voor terugdeinst te liegen tegen de officiële instanties.
De officier van justitie en de veroordeelden hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.
De vonnissen: