Bada Bing-zaken: drie veroordelingen, één vrijspraak

12/12/2017

Het Hof heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaken van de vier verdachten die in het onderzoek Orca zijn gedagvaard. Het Hof heeft een van die verdachten, de manager van het bordeel Bada Bing, van de gehele tenlastelegging vrijgesproken. De eigenaar van het bordeel en een oud-parlementariër werden veroordeeld tot respectievelijk 32 en 16 maanden gevangenisstraf. Het bordeel werd veroordeeld tot een geldboete van NAf 994.700,--.

Vervolgingsrecht niet verspeeld

In drie zaken was bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou worden verklaard. Volgens de verdediging was een reeks aan normen geschonden. Het Hof is een ander oordeel toegedaan. Slechts één norm is geschonden (een aantal geheimhoudergesprekken is niet tijdig vernietigd), maar daaraan wordt geen gevolg verbonden omdat het niet bewust is gebeurd.

Omkoping parlementariër

De aanleiding voor het strafrechtelijke onderzoek was berichtgeving in de media over gelekte beelden waarop te zien is dat een bordeeleigenaar stapeltjes bankbiljetten overhandigt aan een parlementariër, terwijl te horen is dat zij over vergunningaanvragen spreken. Volgens de bordeeleigenaar en de (inmiddels oud-)parlementariër was van omkoping geen sprake. Er zou volgens hen sprake zijn van het terugbetalen van een geldlening ter hoogte van NAf 50.000,--. Het Hof is tot de conclusie gekomen dat dit geen geloofwaardig scenario is. Het Hof wijst erop dat tijdens het gesprek dat op video is vastgelegd, op geen enkel moment is gesproken over een geldlening, dat voor die geldlening geen overeenkomst op schrift is gesteld en dat het bestaan van die geldlening voor het uitkomen van de videobeelden kennelijk ook voor derden verborgen was gebleven. Het Hof wijst er verder op dat de bordeeleigenaar indertijd ook over ruime liquide middelen beschikte. Het Hof is daarom in de zaak van de bordeeleigenaar en de oud-parlementariër tot een bewezenverklaring van omkoping gekomen, zoals ook het gerecht in eerste aanleg had beslist en de procureur-generaal had gevorderd.

Vrouwenhandel

Het grootste verschil met de uitspraken van het gerecht in eerste aanleg en de vorderingen van de procureur-generaal is gelegen in de beoordeling van de verdenking van vrouwenhandel, die aan de orde is in de zaken van de bordeeleigenaar, bordeelmanager en het bordeel. Het Hof heeft de verdachten daarvan vrijgesproken. Het Hof is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat in het bordeel vrouwen werden uitgebuit. Weliswaar zijn er aanwijzingen dat de vrouwen, die uit de Dominicaanse Republiek komen, zich tot op zekere hoogte in een kwetsbare positie bevonden, maar de mate van hun kwetsbaarheid is slechts in zeer algemene zin onderzocht. Daarom kan niet worden gezegd dat de vrouwen redelijkerwijs geen andere keuze hadden dan zich in een ander land beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen. Van belang acht het Hof dat de beginschuld, die bestond uit een voorgeschoten bedrag aan vliegtickets, niet als pressiemiddel is gebruikt en dat de vrouwen een behoorlijk economisch voordeel hebben behaald. De vrouwen verklaarden ook tevreden te zijn over hun verdiensten en over de woon- en werkomstandigheden. Daarom kan naar het oordeel van het Hof geen veroordeling volgen. Omdat aan de bordeelmanager geen andere feiten zijn ten laste gelegd, leidt het in zijn geval tot een algehele vrijspraak. 

Gebruikmaken vervalst geschrift, belastingfraude en witwassen

De bordeeleigenaar werd nog vier andere feiten verweten, namelijk het gebruikmaken van een vervalste huurovereenkomst, het opzettelijk niet doen van aangiften winstbelastingen en het opzettelijk onjuist doen van aangiften bedrijfsomzetten en gewoontewitwassen. De laatste drie verwijten werden ook aan het bordeel gemaakt. Het Hof heeft al deze feiten bewezen verklaard.

Strafverlaging door gevolgen orkaan en overschrijding redelijke termijn
De vrijspraak van vrouwenhandel maakt dat in de zaken van de bordeeleigenaar en het bordeel een lagere bestraffing volgt waartoe het gerecht in eerste aanleg was overgegaan. Het Hof heeft verder, ook in de zaak van de oud-parlementariër, in straf verlagende zin ook rekening gehouden met de gevolgen die de orkaan Irma heeft gehad en met de schending van het recht op berechting binnen een redelijke termijn.

Copyright 2019 Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Menu