Willemstad – Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft vandaag de 47-jarige man B.C.A. F. uit Curaçao veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 jaren voor betrokkenheid bij de moord op Helmin Wiels. Die betrokkenheid wordt in het vonnis geduid als die van een ‘moordmakelaar’.
Andere bewijswaardering
De man heeft daarmee een hogere straf gekregen dan door de eerste rechter aan hem was opgelegd. Omdat het Hof ook deels andere bewijsmiddelen ten grondslag heeft gelegd aan de veroordeling, is het vonnis van de eerste rechter vernietigd.
In een vooropstelling maakt het Hof duidelijk dat zijn taak om de feiten en omstandigheden rondom de moord op Wiels vast te stellen – wellicht nog meer dan in andere zaken – bijzondere zorgvuldigheid vereist. Dat komt doordat van de drie bekende daders, er één is vermoord (Raul Martinez ook wel bekend als ‘Bolle’), er één zelfmoord heeft gepleegd (Luigi Florentina, bekend als ‘Pretu’) en de derde (Elvis Kuwas, bekend als ‘Monster’) berekenend en op onderdelen in al zijn verklaringen in de loop der tijd heel wisselend heeft verklaard. Het Hof heeft daarom beslist dat die derde, Kuwas, ook in hoger beroep op de zitting moest worden gehoord. Dat is gebeurd en dit verhoor is op een geluidsband vastgelegd en later woordelijk uitgewerkt om tot een zo optimaal mogelijke analyse van de betrouwbaarheid van al zijn verklaringen te komen.
Toedracht
Aan de hand van die analyse, die uitvoerig aan het papier is toevertrouwd, is het Hof tot de conclusie gekomen dat de geselecteerde bewijsmiddelen betrouwbaar en bruikbaar zijn voor het bewijs. Het bewijs steunt hoofdzakelijk op vier pijlers: de verklaringen van Kuwas, een verklaring van het voormalige hoofd van de Veiligheidsdienst Curaçao die over de moord is geïnformeerd door een informant, verklaringen van een ooggetuige over een onderhandeling over de hoogte van het uit te betalen bedrag tussen de verdachte en de voormalige Minister van Financien van Curaçao, George Jamaloodin, en sms-berichten die de verdachte met Jamaloodin heeft gewisseld. Daarmee heeft het Hof ten opzichte van het vonnis van de eerste rechter een pijler terzijde gesteld (de verklaringen van een anoniems getuige B5) en een andere pijler toegevoegd (de verklaringen over de onderhandeling tussen Jamaloodin en de verdachte).
De verdachte heeft voor al deze belastende omstandigheden geen aannemelijke verklaring gegeven. Het Hof had de verdachte daarover vragen willen stellen, maar de verdachte heeft in hoger beroep geen enkele verklaring willen afleggen.
Het Hof concludeert dat de verdachte de moordopdracht van Jamaloodin heeft aangenomen, dat hij over het daarvoor te betalen bedrag met Jamaloodin is gaan onderhandelen, dat hij via Pretu een schutter (Kuwas) en een chauffeur (Bolle) heeft aangezocht, en dat hij het voor hen bestemde geld aan Pretu heeft (door)gegeven. De bijdrage van de verdachte aan het geheel is daarmee van zo’n wezenlijk belang dat sprake is van het medeplegen van de moord op Wiels.
Hogere straf
Het Gerecht in eerste aanleg had de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 25 jaar opgelegd, maar het Hof is unaniem van oordeel dat met die straf niet kan worden volstaan. Bij het op deze wijze aannemen van een opdracht om een volksvertegenwoordiger uit de weg te ruimen en het daarvoor geen verantwoordelijkheid op zich willen nemen, past naar het oordeel van het Hof alleen maar de maximale tijdelijke straf: 30 jaar gevangenisstraf. Een eerdere veroordeling voor drugshandel (4 jaar) moet daarop in mindering worden gebracht. Daarom heeft het Hof de verdachte daarom conform de eis van het openbaar ministerie veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 jaar.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben 14 dagen de tijd om cassatie bij de Hoe Raad in Nederland in te stellen.