Vrijdag 18 mei heeft het Gerecht beschikking gegeven in het ontbindingsverzoek van InselAir aangaande het cabinepersoneel. Het Gerecht heeft voldoende aannemelijk geacht dat InselAir zich in een zodanige slechte financiële situatie bevindt dat het aantal medewerkers moet worden verminderd om de continuïteit van de onderneming te waarborgen en dat daarbij de ontbinding van de arbeidsovereenkomsten van meerdere medewerkers noodzakelijk is. Verder is naar het oordeel van het Gerecht voldoende vast komen te staan dat het zogenaamde ‘last in first out-beginsel’ niet is geschonden. Gelet daarop heeft het Gerecht geoordeeld dat sprake is van veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemers met ingang van 1 juni 2018 kan worden ontbonden. Daarbij heeft het Gerecht met inachtneming van de specifieke omstandigheden per geval aan iedere werknemer een ontbindingsvergoeding toegekend.
Het Gerecht heeft InselAir, gelet op het voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van een vergoeding, ingevolge artikel 7:1615w lid 6 BW in de gelegenheid gesteld het ontbindingsverzoek vóór 25 mei 2018 in te trekken. Indien InselAir geen gebruik maakt van die mogelijkheid worden de arbeidsovereenkomsten van de betreffende werknemers met ingang van 1 juni 2018 ontbonden en zal InselAir de door het Gerecht bepaalde ontbindingsvergoeding aan de werknemers dienen uit te keren.
InselAir had bij verzoekschriften die op 20 februari 2018 zijn ingediend ten aanzien van 26 van haar werknemers (piloten en cabinepersoneel) verzocht om de arbeidsovereenkomst om bedrijfseconomische redenen zo snel mogelijk en zonder toekenning van een vergoeding te ontbinden, met veroordeling van de werknemers in de proceskosten.Ter onderbouwing van de verzoeken heeft InselAir verwezen naar haar financiële situatie en de in 2017 aan haar verleende surséance van betaling verleend. InselAir stelt dat zij, teneinde het bedrijf opnieuw rendabel te maken en de continuïteit van de onderneming te waarborgen, samen met haar bewindvoerder en de rechter-commissaris eind januari 2018 heeft besloten de MD-operatie te staken omdat deze voor de toekomst niet meer economisch verantwoord is, en dat als gevolg daarvan (onder meer) een aantal arbeidsplaatsen van Cabin Attendants komen te vervallen
De zaken aangaande het cabinepersoneel zijn op 12 en 16 april 2018 ter zitting behandeld. Heden 18 mei 2018 heeft het Gerecht bij beschikking op de ontbindingsverzoeken van het cabinepersoneel beslist. Daarbij is overwogen dat de individuele ontbindingsverzoeken niet op zichzelf staan, maar deel uitmaken van 26 ontbindingsverzoeken die InselAir bij het Gerecht heeft ingediend en naar analogie van het bepaalde in artikel 5 van de Landsverordening Beëindiging Arbeidsovereenkomsten (hierna: Lba) geconcludeerd dat sprake is van een collectief ontslag. Het Gerecht heeft daarom – om te voorkomen dat de betreffende werknemers benadeeld worden door de keuze van InselAir voor een ontbindingsprocedure bij het Gerecht in plaats van een collectieve ontslagaanvraag bij SOAW – beoordeeld of de waarborgen, die in de Lba en de ministeriële richtlijnen zijn ingebouwd om collectieve ontslagen te toetsen, in acht zijn genomen.
In de ontbindingsverzoeken aangaande de piloten zal het Gerecht op vrijdag 25 mei 2018 om 14.00 uur beschikking geven.