Willemstad – Het Gerecht in eerste aanleg heeft op vrijdag 16 augustus 2019 voormalig Minister van Financiën G.J. veroordeeld tot 28 jaar cel. G.J. is in de zaak Maximus veroordeeld voor het uitlokken van de moord op politicus Helmin Wiels en in de zaak Germanium voor het in de hoedanigheid van Minister van Financiën verduisteren van subsidiegelden en het gebruik maken van valse geschriften. Het Gerecht heeft G.J. vrijgesproken in de zaak Passaat. Het openbaar ministerie had 30 jaar cel tegen de verdachte geëist.
Maximus
In de zaak Maximus wordt verdachte veroordeeld voor het uitlokken van de moord op politicus Helmin Wiels. Het Gerecht heeft geoordeeld dat bewezen kan worden dat G.J. de opdracht heeft gegeven tot deze moord, dat hij geld in het vooruitzicht heeft gesteld aan degene die de moord organiseerde en dat hij heeft betaald voor de moord. Door toedoen van G.J. is het recht op leven aan Helmin Wiels ontnomen.
Ten aanzien van de strafoplegging heeft het Gerecht overwogen dat van deze politieke moord een signaal uitgaat dat macht en geweld boven democratie en recht gaan. Dat signaal schept angst en wantrouwen in de samenleving, beperkt burgers en politici in de mate waarin zij zich vrij voelen om hun mening te geven en bereidt zo de weg naar een samenleving waarin alleen het recht van de sterkste geldt. G.J. moet hiervoor verantwoordelijk worden gehouden. Dat betekent dat niet kan worden volstaan met een straf zoals die doorgaans in Curaçao wordt opgelegd voor een enkelvoudige moord, begaan door iemand met een blanco strafblad, zoals de verdachte.
Germanium
G.J. heeft op de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van de verdenkingen in het onderzoek Germanium. G.J. heeft als ambtenaar (Minister van Financiën) een bedrag van Naf 450.000,- verduisterd. Hij heeft subsidiegelden, die aan een stichting waren toegekend voor het opknappen van een sportveld in de wijk Steenrijk, gebruikt voor
privédoeleinden. Daarnaast heeft hij anderen gevraagd om valse facturen en aanmaningen op te maken en naar het Overheid Accountants Bureau te sturen. G.J. was ten tijde van het plegen van deze feiten Minister van Financiën van het land Curaçao. De Minister van Financiën is bij uitstek een persoon van wie financiële integriteit mag worden verwacht. G.J. heeft door zijn handelen in ernstige mate het vertrouwen geschaad dat burgers in politici moeten kunnen hebben. Het Gerecht rekent dit de verdachte zwaar aan.
Passaat
In de zaak Passaat wordt G.J. verweten dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd door een zogeheten “Aanschrijving ter uitvoering van art. 39, lid 1 sub a, van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (Vaststelling en gebruik formulieren vrijwillige verbetering)” te antedateren. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het vereiste oogmerk bij G.J. om die Aanschrijving als echt en onvervalst te gebruiken niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Het Gerecht heeft G.J. daarom vrijgesproken in de zaak Passaat
U kunt de uitspraak integraal bekijken op ons Youtube kanaal