Willemstad – Het Gerecht in eerste aanleg heeft vanochtend uitspraak gedaan in de strafzaak ‘Baywatch’. Deze zaak betreft vijf verdachten, onder wie drie personeelsleden van de Kustwacht die zich onder meer schuldig hebben gemaakt aan de invoer van drugs en wapens, daarbij gebruik makend van vertrouwelijke informatie over de inzet van de vloot van de Kustwacht. De verdachten hebben de volgende straffen opgelegd gekregen: een gevangenisstraf van 80 maanden voor T.N.S.R., 78 maanden voor O.E.S. en 90 maanden voor R.H.A.F. Verder krijgt Z.S.H.D. een gevangenisstraf van 7 jaren opgelegd en W.A.W. moet een gevangenisstraf van 60 maanden uitzitten.
De verdachte T.N.S.R. is verweten de invoer van 20 kg cocaïne en vier vuurwapens op 17/18 augustus 2015, terwijl zij bij het begaan van deze strafbare feiten een bijzondere ambtsplicht als Kustwachtambtenaar schond, het schenden van ambtsgeheim en voorbereidingshandelingen voor de uitvoer van cocaïne. De verdachte wordt voor het laatstgenoemde feit vrijgesproken, omdat het niet wettig en overtuigend is bewezen. Hierbij sluit het Gerecht zich aan bij het oordeel van de officier van justitie en de raadsvrouw van de verdachte. De overige ten laste gelegde feiten worden wel bewezen geacht door het Gerecht. Gevangenisstraf: 80 maanden.
Aan verdachte O.E.S., die ten tijde van de strafbare feiten ook bij de Kustwacht werkzaam was, zijn twee feiten ten laste gelegd, namelijk voorbereidingshandelingen voor invoer van cocaïne op 22/23 september 2015 en het schenden van zijn ambtsgeheim. Beide feiten zijn wettig en overtuigend bewezenverklaard. Dit heeft de verdachte gedaan in zijn functie als kustwachtambtenaar. “De verdachte heeft telkens zijn ambtsgeheim geschonden en voorzag de transporteurs van cruciale informatie bij de voorbereiding. Zo verschafte hij meermalen informatie over de inzet van de vloot van de Kustwacht. Dat het transport uiteindelijk werd afgeblazen en het dus bij voorbereiding is gebleven, is uitsluitend te danken aan het adequate handelen van politie en justitie”, is te lezen in het vonnis. In verband met de erbarmelijke detentieomstandigheden in de politiecellen te Rio Canario waarin de verdachte na zijn aanhouding een week heeft verkeerd, is een strafkorting van twee maanden toegepast. Gevangenisstraf: 78 maanden.
De verdachte R.H.A.F., ook Kustwachtambtenaar ten tijde van de strafbare feiten, werden drie feiten ten laste gelegd, namelijk invoer van 158 kg cocaïne op 27/28 september 2015, invoer van vuurwapens op dezelfde dag, en het meermalen schenden van zijn ambtsgeheim. De rechter acht alle drie feiten wettig en overtuigend bewezen. Gevangenisstraf: 90 maanden.
Z.S.H.D werd naast de invoer van 158 kg cocaïne op 27/28 september 2015 en de invoer van vuurwapens op 17/18 augustus en op 27/28 september 2015 ook nog de invoer van 20 kg cocaïne op 17/18 augustus 2015 en voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne op 22/23 september 2015 ten laste gelegd. Het Gerecht acht alle genoemde feiten bewezen. Gevangenisstraf: 7 jaren.
De verdachte W.A.W. is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de invoer van 20 kg cocaïne en invoer van vuurwapens op 17/18 augustus 2015. Tevens wordt hij verdacht van voorbereidingshandelingen voor
de uitvoer van cocaïne. W.A.W. wordt vrijgesproken van laatstgenoemde feit. De andere twee feiten zijn wel wettig en overtuigend bewezen verklaard. Gevangenisstraf: 60 maanden.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat dit ernstige feiten zijn. “Cocaïne vormt een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is ook bezwarend voor de samenleving, onder andere vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit door verslaafden. De illegale handel in vuurwapens is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke wapens verdwijnen in het zwarte circuit waardoor controle van overheidswege volstrekt onmogelijk wordt en worden regelmatig gebruikt voor allerlei criminele activiteiten. In de zaken van de drie medewerkers van de Kustwacht heeft het Gerecht voorts overwogen dat het extra schokkend is dat zij zich aan de deze feiten schuldig hebben gemaakt, omdat het juist hun taak was om te waken tegen dit soort misdrijven. Door hun handelen hebben deze verdachten niet alleen zichzelf te schande gemaakt, maar ook de reputatie van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied ernstig beschadigd. Dit wordt hen extra zwaar aangerekend. Het Gerecht oordeelt verder dat de straftoemeting ook een signaal moet inhouden naar de ingezetenen van Curaçao om af te zien van (ondersteunende) activiteiten ten aanzien van de in- en doorvoer van verdovende middelen en in het bijzonder om daarbij gebruik te maken van de diensten van corrupte ambtenaren. Uit de bestraffing moet blijken dat met de misdrijven zoals die in de onderhavige zaken ter beoordeling aan de strafrechter zijn voorgelegd het risico van langdurige vrijheidsbeneming verwezenlijkt wordt, aldus het Gerecht.
De vonnissen: