Gevarieerde straffen in onderzoek Emerald

4/16/2018

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft op 17 april 2018 vijf inwoners veroordeeld voor het opzettelijk niet op tijd, onjuist en/of onvolledig doen van aangiften van de inkomstenbelasting en de belasting op de bedrijfsomzetten.

Onderzoek Emerald
De personen die vandaag veroordeeld zijn, zijn vijf van de zeven personen die zijn gedagvaard voor de eerste reeks zittingen in het onderzoek Emerald, waarbij het draait om de omzet en winst die met eenmansbedrijven werden behaald. Op 22 februari 2018 deed het Gerecht al uitspraak in de zaken van de twee andere verdachten. De een werd veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en de ander tot een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden.

Uitgangspunt voor de strafmaat
Het Gerecht handhaaft het in de eerdere uitspraken gehanteerde uitgangspunt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals in alle zaken is geëist door het openbaar ministerie, alleen in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt. Het Gerecht begrijpt de eis ten dele (er is op grote schaal belasting ontdoken en dat raakt de belangen van de gemeenschap hard, zeker nu die de verwoestende werking van Irma te boven probeert te komen), maar wijkt daarvan af vanwege de strenge eisen die aan oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden gesteld. In dat verband is van belang dat het in de Cariben zelden is voorgekomen dat een verdachte voor alleen belastingfraude voor de strafrechter is gebracht. Dat de traditie van niet-vervolging nu is doorbroken, betekent wellicht dat in de toekomst een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als uitgangspunt zal gaan gelden. Op het moment van de belastingontduiking in deze zaken bestond de traditie echter nog.

Geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor vier verdachten
In vier van de vijf zaken is volgens het Gerecht geen sprake van een uitzonderlijk geval. De verdachten hebben nagenoeg allen een blanco strafblad en het is aannemelijk dat zij slechts een fractie van het geld voor zichzelf hebben gehouden. Zij worden veroordeeld voor werkstraffen, variërend van 180 uur tot 240 uur, in combinatie met voorwaardelijke gevangenisstraffen, variërend van 6 tot 12 maanden.

Onvoorwaardelijke vrijheidsstraf voor parlementariër
In de zaak van de parlementariër oordeelt het Gerecht anders. Het Gerecht acht het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat hij geen rekening en verantwoording heeft afgelegd over de belastingfraude. Aan de ene kant geniet hij als volksvertegenwoordiger een riant inkomen. Aan de andere kant weigert hij op de openbare zitting de gemeenschap uit te leggen hoe hij tot de aanzienlijke belastingfraude is gekomen waardoor diezelfde gemeenschap is benadeeld. Ondanks eerdere toezeggingen om opening van zaken te geven beriep deze parlementariër zich consequent op zijn zwijgrecht. Hij gaf, in tegenstelling tot de anderen, ook geen inzicht in zijn handelen, laat staan dat hij zijn spijt heeft betoond. Er zijn bovendien sterke aanwijzingen dat hem meer te verwijten valt dan de overige verdachten. Daarom moet worden gesproken van een uitzonderlijk geval. Na alles te hebben afgewogen, is het Gerecht tot de conclusie gekomen dat hem een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, en de maximale werkstraf van 240 uur moet worden opgelegd.

Copyright 2019 Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Menu