Gerecht legt hogere straf op aan ex-woordvoerder Openbaar Ministerie

4/7/2019

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft vandaag een onvoorwaardelijke werkstraf van 40 uur opgelegd aan de verdachte N.S. Indien deze straf niet naar behoren wordt uitgevoerd, dient S. 20 dagen hechtenis te ondergaan. Het Openbaar Ministerie had ter terechtzitting van 1 april jongstleden een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 60 uur, te vervangen door 30 dagen hechtenis met een proeftijd van twee jaren geëist.

De rechter acht wettig en overtuigend bewezen dat S., tot aan het begaan van het feit woordvoerder bij het Openbaar Ministerie, op 20 december 2018 een valse aangifte heeft gedaan door willens en wetens in strijd met de waarheid bij de politie aangifte te doen dat zijn Facebook account was gehackt. Het verweer van de raadsvrouw van S. dat hij heeft gehandeld in een noodtoestand gaat niet op. De rechter acht namelijk niet aannemelijk dat S. zich vanwege doodsbedreigingen naar aanleiding van een door hem op Facebook geplaatst commentaar gedwongen achtte om in strijd met de waarheid aangifte te doen dat zijn Facebook account was gehackt. Uit het dossier blijkt namelijk dat S. op aandringen van de procureur-generaal en de hoofdofficier van justitie aangifte heeft gedaan, dit nadat S. aanvankelijk zelf geen aangifte wilde doen.

Het doen van een valse aangifte is strafbaar omdat daardoor het gevaar bestaat dat politie en justitie misleid worden. S. heeft zich daaraan schuldig gemaakt, nota bene toen hij zelf werkzaam was bij het Openbaar Ministerie. De rechter rekent dat de verdachte zwaar aan. De rechter stelt dan ook vast dat met de vervolging van S. geen sprake is van “het schieten met een kanon op een mug”, zoals de raadsvrouw van S. heeft aangevoerd.  

“Gelet op het vorenstaande kan van een rechterlijk pardon dan ook geen sprake zijn en is er reden om de verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van aanzienlijke duur op te leggen”, aldus de rechter.

Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de rechter tot de slotsom gekomen dat de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt in de door de officier van justitie gevorderde straf en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis.

Bekijk hier de uitspraak

Copyright 2019 Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Menu