Het Hof heeft op 11 april 2019 in hoger beroep veertien jaar cel uitgesproken tegen verdachte J.R.V. (25). De verdachte is in eerste aanleg tot twaalf jaar veroordeeld voor overvallen op toeristen. Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep tien jaar cel tegen de verdachte geëist.
De verdachte heeft zich in een relatief korte periode samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan een vijftal gewelddadige overvallen, waarbij voornamelijk toeristen het slachtoffer waren. De slachtoffers werden tijdens het merendeel van deze overvallen op een wrede wijze mishandeld met een honkbalknuppel, vuurwapens en/of kapmessen. De verdachte heeft zich hiernaast ook schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal met geweld. Hij heeft daarbij het slachtoffer meerdere malen met een kapmes gekapt en daarmee letsel veroorzaakt.
Deze reeks buitengewoon ernstige feiten heeft op Curaçao voor grote maatschappelijke beroering gezorgd. Met name acht het Hof het zeer kwalijk dat het geweld was gericht tegen toeristen, waardoor Curaçao als vakantie-eiland in een negatief daglicht is komen te staan. Door zijn handelen heeft de verdachte voorts de al in de samenleving aanwezige gevoelens van angst en onveiligheid versterkt.
Het Hof oordeelt ook dat de verdachte al eerder voor soortgelijke straffen is veroordeeld en dus blijk van heeft gegeven geen lering te hebben getrokken uit zijn eerder gemaakte fouten.